Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

brouwen

betekenis & definitie

('brouwen) (brouwde, heeft gebrouwen)

I. 1. bier bereiden : met hop, gerst, water, → bier.
2. met kokend water bereiden : een punch -.
3. met boos opzet en list verwekken : haat, nijd, onrust, twist -. Syn. → aanrichten.

II. 1. de r enigszins ratelend uitspreken : hij brouwde alsof hij zijn mond vol brij had.

2. de r sterk laten rollen : het van de Nederlands sprekende sinjo.

< >