(brink)
I. (Jan ten) Nederlands schrijver, ° 15 juni 1834 te Appingedam, studeerde in de godgeleerdheid te Utrecht, 1860 huisonderwijzer te Batavia, 1862 leraar in Den Haag, 1884 hoogleraar in de Nederlandse Letteren te Leiden, ✝ 19 juli 1901. Terug uit Azië schreef hij een bundel schetsen Oost-Indische Barnes en Heer en. later Nederlandsche Dames en Heeren, verder tal van Haagse romans en literairhistorische novellen De Bredero’s, Jan Starter en zijn Wijf. vlot geschreven maar oppervlakkig, een Geïllustreerde Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde (1889).
II. brink. m. (-en) met gras begroeid marktplein.