1. m. Eig. het braken : de - van het vlas.
2. v. Metn. werktuig om te braken : vlas, hennep onder de brengen.
3. Metf. [van 2) toestel om taaie deeg te breken en te kneden : deeg voor pepernoten wordt op de
bereid.
Gepubliceerd op 29-06-2020
braak (vlas)
betekenis & definitie