('a:rd) v. (-en)
1. Eig. veelal grote en vlezige rode, witte of oranjekleurige, geurige en zoete bei van een lage plant met drietallige bladeren en witte bloemen
2. Metn. die plant (Fragaria elatior): wilde, gekweekte -en. Ook: aardbes. aardbezie. → TB. PLANTENRIJK 36.