Nomadisch is niet grondgebonden zijn en vrij durven denken op het gebied van werken, eten, kunst, politiek, relaties en religie. Nomadisch is openstaan voor nieuwe vormen van verbondenheid.
Leven en werken tijdens lockdowns - thuis, online of op zwaaibezoek - stimuleerde nomadisch gedrag. Mensen gingen op zoek naar hybride saamhorigheid. Via streamen, teams, netflixen, videobellen, digitale borrels, virtuele uitvaarten en zo meer. Ook zonder pandemie kunnen mensen nomadisch gedrag vertonen. We trekken snacks uit de muur, eten staande voor onze koelkast en zitten minder op onze vaste plaats aan de eettafel.
Nomadisch gedrag drukt bewegelijkheid uit. Op zoek naar resonerende verbindingen. Een nomadisch bestaan is niet in beton gegoten, staat niet muurvast. Is meer diasporisch dan geografisch, territoriaal of grondgebonden. Veel wordt minder stabiel of minder rechtlijnig. Meer onvoorzien en verrassend dan conventioneel of clichématig, meer hedendaags dan klassiek. Nomadisch gedrag leidt tot nieuwe rituelen en praktijken. Thuis op de bank zitten om virtueel te pelgrimeren naar Compostella bijvoorbeeld.
Metaforisch gebruik van het zelfstandig naamwoord nomade leidt tot het bijvoeglijk naamwoord nomadisch. Nomadisch is reizen zonder fysieke verplaatsing. Je hoeft geen nomade te zijn om singulier te denken. Of om een fluïde identiteit te ontwikkelen. De betekenis van nomadisch is jezelf steeds opnieuw uitvinden, is meer ‘worden’ dan ‘zijn’.