Gelabelde ziekten zijn wereldwijd voorkomende, cultuurgebonden aandoeningen die soms ogenschijnlijk besmettelijk zijn en vaak ernstige en langdurige klachten veroorzaken, zonder dat er standaard medische behandelingen voor bestaan. Deze aandoeningen krijgen uiteenlopende ziekte-labels opgeplakt.
Binnen de Westerse geneeskunde worden deze aandoeningen ook wel aangeduid als ballonziekten, spookziekten, volksziekten, beschavingsziekten, protestziekten, nepziekten of functionele ziekten. Voorbeelden hiervan zijn encefalopathie, cerebrale congestie, gekantelde baarmoeder, orthostatisch tachycardiesyndroom, zwaartekracht allergie, chronisch vermoeidheidssyndroom en muisarm. Deze uiteenlopende ziekten komen wereldwijd voor, zoals 'jambe lourdes' (zware benen) in Frankrijk, 'grisi siknis' in Nicaragua, 'hwa-byung' in Korea, 'Latah' zoals beschreven in Louis Couperus' "De Stille Kracht", en het Havana-syndroom in Cuba. Allemaal aandoeningen met een sociaal-culturele context en soms een chronisch verloop.
De oorzaak van deze klachten is onbegrepen. Er is geen sprake van simulatie; deze aandoeningen zijn vol betekenis en vooral sociologisch van aard. Ze ontstaan door negatieve verwachtingen, vergelijkbaar met het nocebo - effect, waarnaar de patiënt gaat leven. Deze mysterieuze aandoeningen vallen niet onder erkende DSM-ziekten. De Engelse termen ‘distress’ en ‘illness’ dekken de lading beter dan ‘disease’.
Soms is nervositeit overdraagbaar. Zorgen of onzekerheid over zaken als vergiftiging, vaccinatie, 5G of elektromagnetische straling leiden tot co-rumineren of excessief bespreken en tot quasi-besmettelijkheid. Vooral onder groepen vrouwen en schoolkinderen blijkt deze vorm van cognitieve dissonantie aanstekelijk. De verzameling van mysterieuze klachten en zogenoemde verlegenheidsdiagnostiek gaan viraal, waardoor lokale lotsverbondenheid ontstaat. In sommige situaties biedt een ziekte-label als ‘hwa-byung’ (woedeziekte) erkenning, groepsidentiteit, tijdelijke troost en zekerheid voor de patiënt, familie en arts. Medisch-labelen is dan prettiger dan allerlei psychosociale verklaringen die de patiënt ook weer moet articuleren en de arts moet uitleggen en proberen te managen. In andere situaties leidt alle aandacht tot chroniciteit, saamhorigheid, zelfhulp en soms slachtofferschap. De betekenis van deze gemoedsaandoeningen is dat medicalisering contraproductief kan zijn.