Zelfidentificatie is het proces van vereenzelviging met een bestaand zijnskenmerk. Zelfidentificatie is bijvoorbeeld het tijdelijke of blijvende gevoel geheel, gedeeltelijk of soms, man of vrouw, of noch man noch vrouw te zijn.
Genderincongruentie of genderdysforie ontstaat als het geboortegeslacht niet overeenkomt met de ervaren genderidentiteit. Dit gevoel een genderdivers individu te zijn wiens gender niet overeenkomt met het bij de geboorte geregistreerde geslacht is een sociaal-cultureel fenomeen. Het gevoel in een ander, eventueel in het ‘verkeerde’ lichaam geboren te zijn, is oeroud. Op het Indiase continent bijvoorbeeld behoren personen in transitie tot een derde sekse met uiteenlopende subculturen. Gender is vloeibaar. Daarentegen staat de biologische kwaliteit van bijvoorbeeld het wangslijmvlies waarmee iemand inclusief een trans-persoon is geboren, definitief vast. De sekse of het geslacht van het wangslijmvlies gaat nimmer in transitie. Genen veranderen niet van regenboogkleur.
De seksuele oriëntaties, genderidentiteiten, transexpressies en seks karakteristieken van genderdiverse personen zijn fluïde en beïnvloedbaar. Op een continuüm van trans-identificatie zijn zij geheel, gedeeltelijk of soms, man of vrouw, of noch man noch vrouw. Ter ondersteuning van autonomie en menselijke waardigheid ontwikkelt zich groepsdenken met een gedeelde identiteit vol betekenisgeving. Inmiddels is er een toename van meiden die zich jongensachtig voelen. Het diffuse karakter van gender leidt tot meerdere uiteenlopende groepsidentiteiten die soms ijveren voor eigen subculturele mensenrechten. Van L, H, B, T en zo meer.
Gender-identificatie onder jongeren is vereenzelviging met genderdiversiteit. Het gaat om een identiteitsritueel. Sociale media en transactivisme oefenen daarop invloed uit. Aanbiedingen van genderklinieken, van pubertijd-uitstel-behandelingen en van chirurgische ingrepen kunnen deze jongeren extra in verwarring brengen. Ook commercialisering (transgender mode-industrie) en technologisering (GQ-testen en snel testen in de publieke ruimte) kunnen de transitie-wens doen toenemen. Empathie, behoedzaamheid en omzichtig handelen ter voorkoming van onomkeerbare lichamelijke en geestelijk brokken is daarom geboden.