Moreel ongemak is het gevoel van schaamte en spijt over het leed dat men een ander heeft aangedaan. Het is gewetenswroeging op basis van schuldige nalatigheid.
Gezagdragers van een asielzoekerscentrum staan soms voor onmogelijke keuzes ten aanzien van vluchtelingen en anderen die naar de EU willen migreren. Soldaten, politieagenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel moeten soms in strijd met hun morele overtuigingen en verwachtingen handelen. Ook niet-professionals moeten soms tussen twee kwaden kiezen, zoals bij het wel of niet ingrijpen in een ruzie op straat of iemand betrappen op proletarisch winkelen. Dit veroorzaakt een gevoel van ongemak; men beseft dat het niet klopt, kijkt de andere kant op, draait zich om en loopt weg.
Na afloop kan het geweten gaan knagen. De morele ontregeling van toen en het gevoel fout te zijn geweest en gefaald te hebben, leiden tot al dan niet blijvende wroeging, spijt, berouw, schuldgevoelens en schaamte. Extreem ongemak over eigen gedrag en eventuele medeplichtigheid door morele ontkoppeling kunnen een zogenoemde morele verwonding veroorzaken. Denk aan oorlogsveteranen en familieleden, en de invloed op deze verwondingen door politici en journalisten/media die zich weliswaar medeplichtig voelden maar de andere kant opkeken, zoals na afloop van bijvoorbeeld Srebrenica.
Moreel ongemak begint met een tijdelijk falen van iemands moreel kompas. Blijvend mentaal ongemak na gebeurtenissen in het verleden krijgt professionele aandacht en, indien nodig, verzorging. Deze zorg omvat het hele morele landschap, van inzicht bieden in de collectieve demonisering van de ander, het wegkijken, zonden begaan, boetedoening tot en met het traditionele ritueel van genade en vergeving.