YDAARDERADEEL, dus genoemd naar het zo even vermelde Dorp, is, in rang, het Tiende Dorp, in het Friesche Kwartier Oostergo. De aloude benaaming is Edauwerderadeel. Zij ligt, op eenigen afstand, in het Zuidoost van Leeuwarden. De grond deezer Grietenije is, over ’t geheel genomen, zeer laag; zodat men ’er geene Bouw-, maar alleenlijk Weid- en Hooilanden aantreft. Daarenboven is zij zeer waterrijk, zo door eene menigte Vaarten en Slooten, als kleine Meirtjes.
Een dier Meirtjes, het Hempenser Meir geheeten, is, voor etlijke jaaren, droog gemaakt. Zie ons Woordenboek, Deel XX, bl. 531. Waar bij wij nog hebben aan te merken, dat, volgens een echt en geloofwaardig berigt, ten tijde der Droogmaakinge, in dit Meirtje, hoewel in het midden der Provincie gelegen, op een aanmerkelijken afstand van de Zee, veele duizenden leevende Oesters in hetzelve gevonden wierden. Deeze bijzonderheid geeft gezag aan het verhaal onzer aloude Kronijken, volgens ’t welk de Zuiderzee, in voorgaande dagen, zich diep landwaarts zou uitgestrekt, en de Boorn of Born, eertijds eene vermaarde, maar nu bijkans onbekende Stroom, met dezelve gemeenschap zou gehad hebben.Voorts bevat Ydaarderadeel de acht volgende Dorpen: Ydaard; Aegum; Roordahuizum; Friens; Grouw; Warrega; Warstiens; Wartena. Te zamen bevatten zij tweehonderdvijftien Stemdraagende Plaatzen, en worden, in het Kerkelijken, door vier Hervormde Leeraars bediend. Twee Doopsgezinde Gemeenten heeft men ’er: de eene te Warrega, de andere te Grouw, van welke de laatstgenoemde zeer aanzienlijk is. Eene Statie van Roomschgezinden, te Warrega en Wartena, is zeer talrijk in ledemaaten.
Zie SCHOTANUS en WINSEMIUS, Beschrijring van Friesland.