een Dorp, in de Meierij van ‘s Hertogenbosch, aan den Dommel, ruim twee uuren gaans ten Zuiden van het Steedtje Eindhoven. Het Dorp ontleent zijnen naam van de Valkeniers, die hier woonen. Men noemt het ook wel Verkensweerd, ‘t zij om den menigvuldigen doortogt van Varkens, of om de bloeiende markt, welke hier van dit gedierte gehouden wordt.
De Plaats is fraai en in een aangenaamen oord gelegen. Men telt ’er ongeveer tweehonderd Huizen; zommige van welke schoon en groot, en in geregeld aangeleide Straaten gebouwd zijn. Men heeft ’er een ruim Marktplein, met hoog opgaande Lindeboomen beplant. Jaarlijks worden aldaar drie voornaame Markten gehouden. De Kerk is een ruim en luchtig gebouw, staande midden op eenen Akker, van de overige Huizen afgescheiden. Van binnen ziet men verscheiden fraaie gestoelten, voor de Regeering en andere lieden van aanzien. Van den hoogen Kerktoren oeffenen de Valkeniers hunne Valken tot het vangen van Reigers en ander gevogelte. Het Admiraliteits Kollegie op de Maaze houdt hier eenen Kommies ter Recherge. Met Waalre maakt Valkensweerd éénen Dingbank uit; ook plagt het in het Kerkelijke daar mede vereenigd te zijn. Thans heeft Waalre zijnen eigen Leeraar, en neemt die van Valkensweerd ook den dienst te Dommelen waar. In de Beden draagt dit Dorp vierhonderd twee guldens, vijf stuivers en vier penningen; in de Verpondingen, veertienhonderd drie guldens, vier stuivers; in de Gemeene Middelen, dertienhonderd zevenënvijftig guldens, elf stuivers en twee penningen.