met Rustenburg en de Braak, eene Ambagtsheerlijkheid, in het gedeelte van Noordholland, het Baljuwschap van de Nieuwburger geheeten, paalende ten Zuidwesten en ten Westen aan de Schermeer. De uitgebreidheid van het geheele Ambagt vinden wij op duizend vijfentachtig Morgens en tweehonderd zevenenzestig Roeden Lands begroot.
De Huizen, welke men, te Urshem en in deszelfs onderhoorighedcn, in den Jaare 1632, ten getale van tweehonderdzes telde, waren, in den Jaare 1749, tot op honderdtwintig verminderd. Het Dorp legt, genoegzaam ter halver wege, aan den Trekvaart tusschen de Steden Alkmaar en Hoorn. De Kerk, die een weinig landwaarts staat, is een Kruisgebouw. Rustenburg en de Braak zijn twee Buurten, het eerste ten Noordwesten, het andere ten Oosten van Urshem gelegen, De Regeering bestaat uit Schout, Sekretaris, vijf Schepenen en vijfentwintig Vroedschappen.
