Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

STEENEN-ROELAND

betekenis & definitie

’t Geen de Heer J. WAGENAAR, aangaande de van ouds, ook hier te Lande, Roelandsbeelden heeft aangetekend, zullen wij hier overneemen.

„De Markten stonden, hier te Lande en elders, al van ouds, onder de bijzondere bescherming van den Vorst. - Men plagt, van deeze bescherming, en van de veiligheid der Markt, hier te Lande, veeltijds, kennis te geeven, door het opregten van Kruissen, aan ’t begin en 't einde der Marktplaatsen, ’t welk, nog tegenwoordig, hier en daar, en, onder anderen, in den Haage en in de Beverwijk, in gebruik is. In Duitschland, duidde men het zelfde aan, door het opregten van houten of steenen gewapende beelden, Roelandsbeelden genaamd, naar den beroemden Krijgsman ROELAND, die, ten tijde van KAREL DEN GROOTEN, leefde, en van wiens dapperheid de Monniken wonderen verdagt hebben. En ’t is mij” (dus vervolgt de Historieschrijver) „ten hoogste waarschijnlijk, dat de bekende Amsterdamschen Steenen Roeland, die, in den stoep van een oud gebouw, op den Nieuwezijds-Voorburgwal, over de Kolk, staat, tot zulk een einde, is opgeregt. ‘t Beeld is geharnast, en heeft, zo ’t schijnt, eertijds, een opgeheeven Zwaard in de hand gehad. En ’t is bekend, en nog aan eenige tekenen te merken, dat ’er, oudtijds, eene Markt langs de Westzijde van den Nieuwezijds-Voorburgwal, van de Molsteeg tot aan de Dirk van Hasseltsbrugge, geweest is. Veelllgt, heeft deeze Markt zig verder, en tot aan de plaats, daar ’t beeld staat, uitgestrekt. - De oudste opdragtbrieven van het huis, in welke stoep, het Roelandsbeeld staat, zeggen, zo mij berigt is, alleenlijk, dat het huis, van ouds, Steenen Roeland genaamd was: waar uit blijkt, dat het beeld ’er al zeer vroeg gestaan heeft.”

Tot dus verre de Heer WAGENAAR; waar bij wij alleenlijk hebben te voegen, dat, zints het overlijden van den geagten Historieschrijver, immers zedert de uitgave van zijn Amsterdam, het Roelandsbeeld weggenomen, en alzo ook dit gedenkteken der overoude tijden vernietigd is.

Zie J. WAGENAAR, Beschrijving van Amsterdam.

< >