Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

S. Aagten

betekenis & definitie

S. AAGTEN, is een taamelijk groot Gehugt, in Staats Brabant, onder het Land van Kuik en Stad Graave. Het Gehugt ontleent zijne meeste vermaardheid van een Klooster, aldaar gelegen, aan de Maaze, een groot half uur gaans ter zijde van Kuik. De Geestelijken van dit Klooster zijn Reguliere Kanunniken van ’t Heilige Kruis, en bestaan, gemeenlijk, uit twaalf Priesters en zes Leekebroeders.

Een Prioor, Onder-Prioor en Prokureur hebben ’t opzigt over dezelve. Van de inkomsten moeten de Geestlijken, jaarlijks, tweeduizend Guldens aan den Domeinraad des Prinsen VAN ORANJE, in ’S Graavenhage, betaalen. Hoewel het aanneemen van nieuwe leden en het aankoopen van goederen hun uitdrukkelijk is verbooden, geschiedt, nogthans, het een en ander. Evenwel wordt tegen het doen van Openbaare Ommegangen of Processien zorgvuldig gewaakt. In een Kerkje, bij het Klooster, wordt dagelijks dienst gedaan. In een der Vertrekken van het S.

Aagten-Klooster
hangt eene Schilderij, met een Latijnsch Onderschrift, meldende de Lotgevallen van het gewijd gestigt, in deezen zin: “In den Jaare 1571 is dit Klooster, uit de goederen der Geestlijken, gestigt en begiftigd. In den Jaare 1582, in den aanvang der Nederlandsche Beroerten, is het geheel verwoest. Ten tijde van den aanvang des Bestands, in den Jaare 1609, heeft men het begonnen te herbouwen, en vervolgens, onder de gunstige bescherming van MAURITS en FREDRIK HENRIK, Prinsen van Oranje, tot volkomenheid gebragt. In den Jaare 1648 wierden de Monniken gebannen, en in het zelfde jaar, op den veertienden Augustus, wierden ’er, met geweld, achttien Priesters, twee Klerken en twee Leekebroers verkoozen.”

< >