Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Noordeloos

betekenis & definitie

NOORDELOOS, eene Hooge Heerlijkheid en Dorp, in Zuidholland, in de Alblasserwaard. De Landen worden begroot op ruim zestienhonderd achtenzestig Morgens, en de Huizen op honderddrieëntwintig met één Koornmolen. Het Dorp, in den Jaare 1025, gebouwd door Heer JAN VAN ARKEL, den Vijfden van dien naam, heeft een deftig aanzien. Van den Toren der Kerke, die oud is, steekt een achtkantig Spits ten vierkanten dake uit. Eertijds stondt hier een deftig Slot, 't welk reeds voor lang verdweenen is. Thans heeft men 'er een aanzienlijk hedendaagsch Heerenhuis, met schoone plantaadjen, 't welk bij den Heere der Heerlijkheid bewoond wordt.

< >