Muntkamer

betekenis & definitie

Generaliteits MUNTKAMER. Uit kragt der souvereiniteit van alle de zeven Veréénigde Provincien, heeft ieder derzelven het regt van Geld te mogen slaan aan zich gehouden Met dit alles slooten dezelve, al vroeg, een Verdrag, volgens 't welk de Munt van ieder Provincie in alle de overigen zoude gangbaar zijn, mids bezittende de zelfde innerlijke waarde. Dit leide den grond der oprigtinge van de boven genoemde Muntkamer. Zij bestaat uit drie Raaden en Generaale Muntmeesters, een Essaieur Generaal en eenen Sekretaris. Deeze Leden, welke hunne bijeenkomsten houden in 's Hage, in een der Vertrekken van het Hof, hebben het opzigt over alle zaaken, het Muntweezen deezer Landen raakende. Zij vergelijken de nieuwe Munt met de oude, en beproeven het geslagen Geld en de Geldstoffe. De geschillen, over de innerlijke waarde van het Geld, worden door hen afgedaan, als mede die van juweliers, Goud- en Zilversmeden onder elkander. Voorts houden zij de hand aan de Plakaaten, door 's Lands Staaten, betreffende de Munt, afgekondigd. Ten ovenstaan van eenige Afgevaardigden uit verscheiden Kollegien wordt jaarlijks, in de Generaliteits Muntkamer, een naauwkeurig onderzoek gedaan omtrent de gouden en zilveren Munten van den Staat. Men gebruikt daar toe eene zeer nette Weegschaal, hangende in een beslooten Kasje.