Meyering

betekenis & definitie

ALBERT MEYERING, gebooren te Amsterdam, in den Jaare 1645, wierdt, op 't voorbeeld van zijnen Vader FREDRIK, en zijnen broeder HENRIK, die beiden het penseel hanteerden, al vroeg tot de Schilderkunst opgebragt. Doch streevende na hooger vorderingen, dan deeze, die meestal met het schilderen van Kamerschutten zich onledig hielden, begaf Albert zich na Italie en Frankrijk, alwaar hij tien jaaren doorbragt, om 'er zich te oeffenen naar voortreffelijke Origineelen en onder het oog van kundige Leermeesters. Zeer vlug en vaardig zijnde in de behandeling van het penseel, ondernam hij meestal zeer groote en uitvoerige Stukken, behangzels in Zaalen en Kamers, en soortgelijken. Tusschen beide schilderde hij Landschappen, inzonderheid gezigten op Vorstelijke Lusthuizen, die, door derzelven lommerrijk geboomte, eene verrukkende spiegeling in het water maakten. ALBERT overleedt op den zeventienden Julij des Jaars 1714 het zeventigste van zijnen ouderdom.