Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Meerdervoort

betekenis & definitie

MEERDERVOORT, eene Ambagtsheerlijkheid, in den Zwijndrechtschen Waard, van kleine uitgebreidheid, als zijnde, op de Lijst der Verpondingen, aangeslagen voor weinig meer dan zesentachtig Morgens Lands; in welke men, egter, zevenenzestig Huizen en twee Zaagmolens telt. Eene Kerk vindt men 'er niet. Het Slot, of de Ridder Hofstad Meerdervoort, staande aan de Merwe, is eene zeer aanzienlijke Buitenplaats, pronkende met alle de gemakken, sieraaden en bekoorlijkheden, die het Landverblijf aangenaam kunnen maaken. Reeds in den Jaare 1338 was dit Huis bekend, onder den naam van die Edele Hoeve van Meerdervoort. Het oudadelijke Geslagt van dien naam, omtrent den aanvang der naastvoorgaande Eeuwe, zijnde uitgestorven, kwam de Heerlijkheid aan het aanzienlijk Dordrechtsch Geslagt van POMPE, 't welk, heden, zich POMPE VAN MEERDERVOORT deedt noemen.

< >