een Dorp in de Meierij van ’s Hertogenbosch, ongeveer drie uuren gaans ten Noorden van de Stad, aan de Rivier de Maaze. In den omtrek van het Dorp legt een groote Polder, in welken de aanzienlijkste Brabantsche Heeren weleer hunne Landerijen plagten te hebben.
Zints zij aan dezelve zich niet meer lieten gelegen zijn, hebben eenige vermogende Ingezeetenen van 's Hertogenbosch daar aan de hand geslagen, en ’er een Watermolen op gezet. Door dit middel verzamelen zij aldaar eene goede menigte Hooi en Haver, wanneer de Zomers niet zeer vogtig zijn. Maaren heeft eene Gereformeerde Kerk, doch met Alem eenen Leeraar gemeen.