Het Vorstlijk Lusthuis ’t LOO, in Gelderland, in ’t Landdrostampt van Veluwe, waarschijnlijk dus genaamd naar eene kleine Buurt, daar digt bij gelegen. Reeds van ouds diende het ten verblijfplaatze voor de Hertogen van Gelder, wanneer zij, van ’t oorloogen afgemat, zich aldaar met de jagt kwamen verpoozen.
Door koop kwam het Huis aan Prinse WILLEM DEN III, die ’er een nieuw gebouw deedt stigten, waar van hij het Ontwerp nog merkelijk uitbreidde, zints zijne beklimming van den troon van Groot-Britannie. Zo wel de inwendige opstal van het Huis, als de Beplantingen, Watersprongen, Fonteinen, Beelden, Grotwerken en andere sieraaden, beantwoorden aan den hoogen rang van den doorluchtigen Aanlegger. Merkelijke verbeteringen zijn, van tijd tot tijd, aan ’t een en ander, gemaakt door ’s Vorsten Naazaaten, vooral door den tegenwoordigen Eigenaar Prins WILLEM DEN V. De uitgebreidheid van den geheelen Lusthof, met Laanen, Dreeven en verdere onderhoorigbeden, wordt begroot op honderdzestig Morgens gronds.