Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HAAR, DE (DORP)

betekenis & definitie

het Dorp van dien naam, in bovengemelde Heerlijkheid, niet groot van omtrek. Men ziet ’er een overblijfzel van een Kerk of Kapel, welke, in het Jaar 1703, is ingestort.

Indien dezelve herbouwd werd, zou de Predikant van Kokkingen ’er den dienst mogen verrigten. Een weinig ten Westen staat het huis.

< >