Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GOES, BERNARDUS VAN DER

betekenis & definitie

dus genaamd naar zijne Geboortestad Goes, in Zeeland, is de laatste geweest, die, in het Jaar 1571, toen bijna 21 Jaaren oud, in ’t Convent der Predikheeren, zijne gelofte gedaan heeft, en, in dien haggelijken lijd, Biegtvader der Nonnen zijner Orde te Wijk bij Duursteede was. Naderhand heeft hij het Prioraat te Kalkar bekleed; hij was alvoorens, in het Jaar 1605, Procurator van dat Convent geweest.

Na een dienst van, twee Jaaren is hij, op zijn verzoek, daar van ontslagen. Geenen kans ziende, om tot zijn eerste Convent, te Zerikzee, te konnen wederkeeren, werdhij, in het Klooster zijner Orde te Gend, ingelijfd, daar hij; tot zijnen dood, die voorviel in het Jaar 1619, in ruste leefde; laaten verscheiden schriften na.

Zie LA RUE, Geletterd Zeeland, bl. 402.

< >