werd door Koning KAREL DEN EENVOUDIGE tot Hertog van Lotharingen aangesteld , en naderhand door Koning HENDRIK, vader van OTTO, in dat Hertogdom bevestigd. Ten behoeve van HENDRIK, broeder van OTTO, bragt GIZELBERT een magtig Leger te Velde, dat, echter, weinig uitregtte, naardemaal dat van OTTO geslagen werd.
Gantsch Lotharingen werd toen door den Overwinnaar afgeloopen, en GIZELBERT uit zijn Hertogdom verdreeven. In het Jaar 939, bragt LODEWYK, zoon van KAREL DEN EENVOUDIGE, een matig leger op den been, en vereenigde zig met de Lotharingsche grooten, om GIZELBERT weder in zijn bezit te Stellen. Maar GIZELBERT werd bij Andernach overvallen en geilagen; hij zelf liet het leeven, naar men wil, in den Rhijnstroom.Zie VAN LOON en WAGENAAR.
