Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GAT VAN DE MAAZE, HET

betekenis & definitie

of de Droogte voor de Maas, is niet zo diep, als dat van Goedereede, en kan met Schepen, die meer dan twaalf voeten diep gaan, bezwaarlijk bevaaren worden. Men vind dit Gat tusschen Oostvoorn en den Hoek van Holland, en heeft, ter wederzijden, een groote droogte. Aan den kant van Oostvoorn legt de Westplaat, en aan den kant van den Hoek van Holland een andere Plaat, de Vlakte genaamd. Tusschen deeze beiden, even binnen de Droogte, is een plaats van tamelijke diepte, de Put genaamd; alhier komen de Schepen, die naar Zee willen, gemeenlijk ten anker, om het hooge water op het drooge af te wagten, Niet verre van hier scheid zig het water in tweeën, en loopt in het Brulsche, of Zuiddiep, en in het Sluische Diep, of het Scheur, langs de Onrust, naar Maassluis. In het vaaren naar deeze diepten, ontmoet men de Krabbe, een Plaat, die door geduurige aanspoeling, thans aan het Eiland Rozenburg gehegt is. Zij scheidt, door middel van dit Eiland, de Maas, van hier tot bij Vlaardingen, als in twee Rivieren, en kan als een tong in den mond van den stroom worden aangemerkt. Men vind in den Mond der Maaze, en hooger op, nog verscheidene droogten en Plaaten, waar van de een grooter is dan de andere.

Tegenwoordige Staats. VII. Deel, bl. 44.

< >