gebooren te Leiden, uit een aanzienlijk Geslacht, werd, na het volbrengen zijner studien, Licentiaat in de beide Regten, en was, om zijne minzaamheid, bij ieder in achting. Zijn post, als Pastoor te Rotterdam, bekleedde hij met onvermoeiden ijver, zo lang de staat zijner gezondheid zulks gedoogde. Dan, blind geworden zijnde, deed hij afstand daar van. Hij heeft geleeft in ’t laatst der voorgaande Eeuwe.
Zie Kerkl. Oudh. van Zuid-Holland, bl. 444.