Dus worden de Eilanden fn Zuid-America genaamd, naar hunnen ontdekker JAN FERNANDO. Zij zijn twee in getal , en geleegen op 33 gr. en 48 minuten zuider bredte, beiden zeer hoog land. Het westelijkste, zijnde het kleinste, is een dor en bar Eiland, vertoonende niet dan naakte bergen en dorre klippen. Het Oostelijke, dat veel grooter is, is insgelijks zeer bergachtig, doch vol schoon geboomte en zeer vrugtbaar, voedende veele bokken en verkens; ook levert de Kust een menigte van visch, om welke te vangen de Spanjaards van het vaste land derwaarts koomen, en met volgelaadene barken naar Peru keeren. De Reede ligt aan den Oosthoek; dus men daar ten Oosten moet aankomen.
Aan de Westzijde zijn, digt onder het Eiland, 30 en 40 vademen water. Zeeleeuwen en Robben zijn ’er bij duizenden; op het gebergte staan veele Palmiten; ook is bet Land rijk van Zandelhout, als mede van een soort van hard en vast hout, even als dat van Ipenboomen, schoon niet hoog genoeg voor masten. De.beruchte FRANCOIS DRAKE landde, op zijnen togt, aan dit Eiland, en ontving ’er van de bewoonders eenige ververschingen; doch daags daaraan twee man aan land gezonden hebbende, om water te haalen, werden deeze door de Indiaanen gedood. THOMAS CANDISCH had ’er de zelfde ontmoeting. Beter daagde aldaar onze Nederlandsche Admiraal OLIVIER VAN NOORT: hij handelde vriendelijk met de wilden, ruilende bijlen en messen tegen schaapen en andere levensmiddelen; voor een bijl kogt hij een schaap, en voor een mes een of twee hoenders; verder meiz, batatas, pompoenen en andere vrugten, die aldaar in overvloed vallen. De bewooners hadden, bij zijne komste, een Dorp van 50 Huizen van stroo gemaakt, langwerpig van gedaante, met een portaal in het midden. Niemand van het Scheepsvolk moge daar binnen komen; ook deeden zij, door een hard geschreeuw, alle de vrouwen buiten koomen; in hoopen van drie of vier te samen, gingen zij, agter de mans, op de knieën zitten. Elk der bewoeners had zo veele vrouwen, als hij konde voeden; die onder hen de meeste dogters hadden, werden voor de rijksten gehouden: om reden dat zij die verkoopen aan andere mannen, voor ossen, schapen of ander vee. Zij gingen gekleed in lange rokken, gemaakt van schaapenvagten. De mans hadden het hair lang bij den rug uederhangen, doch de vrouwen met een vlegt opgebonden.SPILBERGEN bevond zig, in het Jaar 1615, mede aldaar, en bekwam ’er allerlei ververschingen. LA MAIRE, SCHOUTEN en andere Zeehelden, hebben, in hunne togten, deeze Eilanden mede aangedaan. De Nassasche Vloot, onder bevel van den Admiraal L’HEREMIT, ankerde aldaar , in het Jaar 1624, en vond ’er ook de nodige ververschingen. In laater tijden , inzonderheid zedert de Nederlandsche bezitting aan de Kaap de goede Hoop is opgericht, zin ze minste r bewoond en bezogt geworden.
DE LAAT, Jaarlijks Verhaal, en Beschrijving van de Westindien.