Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

DAATZELAAR, ADRIAAN

betekenis & definitie

is in ’s Lands geschiedenissen bekend geworden, door de ontkoming van den Heer H. DE GROOT uit zijne Gevangenisse op Loevestein; zijnde DAATZELAAR de man, aan wiens huis, te Gorichem, de kist, waarin die vermaarde man verborgen was, besteld werd, en uit wiens huis hij, na van gewaat veranderd te hebben, verder den weg naar Braband nam.

Zie VAN LOON, Penningkunde, II Deel, p. 134. en andere.

< >