Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

CHRISTIAAN, Hertog van Brunswijk

betekenis & definitie

broeder van FREDRIK ULRICH, in 1622 regeerende Hertog. Schoon een jongeling, ten dien tijde, naauwlijks twee-en-twintig jaaren oud, was hij, echter, Ritmeester in dienst der Staaten, en een bijzonder vriend van den ongelukkigen Koning van Bohemen, die hem, in dat zelfde jaar, benevens den Prins van BADEN DURLACH, bewoog, om, ten zijnen behoeve, een leger op de been te brengen.

Men vindt aangetekend, dat hij, zulks aanneemende, geen tien rijxdaalders rijk, doch bij het krijgsvolk zo bemind was, dat hij, met ’er haast, een tamelijk leger bijeen had, waarmede hij zig, binnen kort, van eenige plaatsen in het Graafschap meester maakte. Tot smart der zijnen, verloor hij, in den slag bij Fleurij, zijnen arm. Dit belettede hem, echter, niet, om, zo dra hij geneezen was, zig bij zijne benden in Oostfriesland te vervoegen, die hij, na het bekomen van eenige onderstandgelden, vermeerderde, en toen met hun opwaards door Turingen trok. De Graaf VAN TILLIJ volgde hem op de hielen. In de maand van Augustus des jaars zestien honderd drie-en-twintig, geraakten deze beiden, bij Stadloon, aan elkander, alwaar de Hertog de nederlaag kreeg, en genoodzaakt werd, met het overschot zijner benden, de wijk naar Breevoort te neemen; waarna hij zig vereenigde met den Graaf VAN MANSFELD, die zig in Oostfriesland bevond. In het jaar zestien honderd zes-en-twintig, de Wezer overgetrokken zijnde, nam hij Paderborn in, ontzette Northeim; en, na Gottingen en Minden van voorraad verzorgd te hebben, ten voordeele van CHRISTIAAN DEN TWEEDEN, Koning van Denemarken, kwam hij te Wolfenbuttel, en overleed aldaar, den 26sten van de maand Mei des laatstgemelden jaars, niet zonder vermoeden van vergiftigd te zijn.

Zie AITZEMA, I Deel. Memorien van Fredrik Hendrik.

< >