bij sommigen een Kaninefaat, bij anderen een Kennemerlander genoemd. Zeker is het dat hij, ten tijde van CLAUDIUS CIVILIS, van eenen hoogadelijken stam afkomstig, hoofd der Kameniers en een man van stouten aart was.
Hij volgde de voetstappen zijns vaders, met zig tegen de Romeinen te verzetten. Daardoor aan de neiging des volks voldoende, werd hij, volgens het gebruik dier tijden, in navolginge van de aloude Franken, als hun legerhoofd, op een schild gezet, en op hunne schouders gedraagen, toen zij hem tot hunnen Hoofdman verkoozen. Hij verëenigde zig met CIVILIS, en joeg ook Friezen tegen de Romeinen in het harnas. Met die vereende magt vielen zij op het winterleger der Romeinen aan; sloegen en plonderden twee Benden, welke, naar men wil, op het Huis te Britten en Roomburg gelegerd waren. Ook koelden zij hunnen moed op de zoetelaars, die, als nog van den oorlog onkundig, door hen mede beroofd werden: zelfs noodzaakten zij de Romeinen, hunne legerplaatsen in den brand te steeken.Zie van hem TACITUS, VAN DER HOUVE, PONTANUS, SCHOTANUS, CLUVERIUS, enz.
