de tegenwoordige benaaming van een Zeeuwsch Dorp en Heerlijkheid, weleer Brugdamme en Breedamme genaamd, liggende een klein half uur noordwaards van Middelburg. Weleer behoorde het aan de Heeren VAN BORSSELEN, een tak van welk geslacht daarnaar den naam van BORSSELEN VAN BRIGDAMME Voerde, zo als op het Art. BORSSELEN is aangeweezen.
Hertog AALBREGT ontnam het, in den jaare 1358, aan BOUDEWIJN VAN BRIGDAMME, en schonk het aan Middelburg. Volgens een verdrag stond Middelburg het weder af aan deszelfs zoon, mids het een erfleen van die Stad bleeve, en hij of zijne nakomelingen daarop nooit een steenen burgt of huis zouden stigten. Naderhand is Brigdamme, of Bridam, zo ais het in het Handboek der Utrechtsche Kerke ook genoemd wordt, aan het aanzienlijke geslacht der Heeren LAMPSINS gekomen, en van die aan dat van D’ASSONVILLE. GARGON en meer anderen leiden den naam van Brigdam af van BRIGITTA, aan welke de Kapel aldaar was gewijd; schoon anderen dien naam afleiden van Brug en Dam, als van het oude wapen, dat een Dam en Brug voerde. De oudheid dezer plaatze wordt afgeleid van de vrijheid, welke Bisschop DIRK, in het jaar 1245, gaf, tot de vernieuwing van de Kapel aldaar. Nog voor weinige jaaren zag men ’er een vervallen muur, of het overblijfzel eener vervallene Kerke, die, of in het beleg van Middelburg, of in de beeldstorminge, of mogelijk ook wel door den tijd, verwoest is. De Regeering van dit Dorp bestaat, even als van alle de overigen van Walcheren, uit een Schout, eenige Schepenen en een Secretaris, die door den Ambachtsheer aangesteld worden.Zie BOXHORN, Oudh. van Zeeland. GARGON, Walchersche Arcadia, I. Deel, enz.