Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BRA, HENRICUS à

betekenis & definitie

een vermaard Geneesheer, geboren te Dokkum, in ’t jaar 1555. Nadat hij de voornaamste Academiën van Europa bezocht had, werd hij, op den ouderdom van vijfentwintig jaaren, te Bazel tot Doctor gepromoveerd; waarna hij de geneeskunst te Kampen, Leeuwaarden, en laatstlijk in zijne geboortestad met roem geoefend en verscheidene schriften vervaardigd heeft.

Zie VAL. AND. Bib. Belg.

< >