een Dorp in de Meijerij van ‘s Hertogenbosch, gelegen tusschen Lommel en Eindhoven, bijna vier uuren van de laatstgemelde plaats. De oude naam van dit aanzienlijk Dorp, was Eik of Eikenburg. In het Jaar 1468 werd het, door KAREL DEN STOUTEN, tot een Stad verheven; welk voorrecht door de Ingezetenen veronachtzaamd is; zijnde de Plaats zonder Poorten of Muuren gebleeven. ’Er zijn nog eenige overblijfzels te zien van een oud Slot, dat door den Spaanschen Veldheer MONDRAGON verwoest werd.
De Jaarmarkten, schoon vijf in getal, beduiden ’er weinig of niets. De Kerk aldaar is een fraai en groot Gebouw, met een Torentje, Klok en Uurwijzer voorzien. De Roomschgezinden hebben ’er twee Kerkhuizen, één in het Dorp, en één niet verre van het zelve, op den Luikschen Bodem. Het getal der Huizen beloopt ’er op 320. De Bede wordt gesteld op ƒ 806-1-12; de Verponding op ƒ 2800, en de Gemeene Middelen op 1329 gl. 14 stuiv. en 10 penn.
Bergeik maakt, met Westerhoven en Rijthoven, een zelfden Rechtbank uit, bestaande uit drie Schepenen van die Plaats, en twee der andere twee Dorpen, waaronder de kleinere Dorpjes Borkel en Schacht behoofen. De Ingezetenen geneeren zig meest met den Landbouw en Veehoederij. Ook wordt ’er sterke handel in Menschenhair voor de Paruikemakers gedreeven.