of JOHAN VAN RIET, een Vlaaming, geboren te Brugge. In de Orde der Karmeliten getreden zijnde, werd hij, door zijne naarstigheid, bevorderd tot Leeraar in de Theologie. In dien staat oeffende hij zig zodanig, dat hij de ervaarenste zijner tijdgenoten werd, en opklom tot den eeretrap van Prior van het Konvent te Utrecht. Vervolgens werd hij Bisschop van Usbith, als mede Wijbisschop en Vicaris in ’t Kerklijke; zijnde hij daar toe gekoozen door Bisschop DAVID VAN BOURGONDIEN, en FREDRIK VAN BADEN.
Hij overleed te Utrecht, op den 23sten Julij 1497, en werd in het Koor der Karmeliten kerk (welke naderhand, door die van de Duitsche Ridder-Order van de Balij, bezeten is) begraven; wordende daarin twee bijzondere Grafschriften ter zijner eer gesteld. Hij heeft eenige Latijnsche werken nagelaten.
