het welk, in het Testament van WILLEBRORD, Alphein genaamd word, en hedendaags bekend is, onder den naam van Alfen, is gelegen in de Baronij van Breda, en een gedeelte van het Hertogdom van Braband, zijnde een zeer oud en middelmatig Dorp, nabij den Dongerstroom, tusschen de Dorpen Baarle, Haarn, Gilse en Goirle. Den 20 Juny 712, schonk ENGELBERT, een Frankisch Edelman, dit Alfen of Alfheim aan den genoemden WILLEBRORD, Abt van Epternach, volgens
Giftbrief, gegeven te Silburg, veele Jaaren in de gemelde Abtdij bewaard, en door den geleerden Baron LE ROIJ in ’t licht gegeven. In ’t Jaar 726, maakte WILLEBRORD dit goed aan de gemelde Abtdij, ’t welk vervolgens door de Abten, in 1157, voor een Jaarlijksche Schatting, aan ’t Klooster Tongerloo werd opgedragen. In ’t Jaar 1100, heeft Heer HENDRIK VAN BREDA de Tempelheeren hier mede, en ook met Brake, beschonken. In 1280 schonken ARNOLD VAN LEUVEN en ELISABETH, Heer en Vrouw van Breda, zestig bunderen, zo Bosch, Heij als Zaaijland, alhier gelegen, aan gemelde Tempelheeren.
FILIPS VAN LIEDERKERKE, Heer van Ulpenhout en Alfen, heeft, vervolgens, in 1308, ten overstaan van RASO DEN TWEEDEN, Heere van Breda, en Heere SEGER VAN LIEDERKERKE, zijne ouder Broeders, die van Tongerloo kwijtgescholden eenige lasten op hunne Hoeven, geleegen in Nieuwland, onder andere voorwaarden, ook op deeze, dat zij, zo als zij voorheen verpligt waren, zo dikmaals de Heeren van dit Alfen eenen heirtocht deeden, een opgehoopten Wagen met Brood zouden zenden. Daarenboven, beschonk hij de Abtdij met het Bosch van Stocht, bij Alfen gelegen. Dan, in de Iaatere tijden, zijn alle deeze Goederen aan de Barronnij van Breda gehegt. Dit Dorp heeft meer dan eens gedeeld in de rampen des Oorlogs, en bijzonder in 1542, wanneer het, door de Krijgsbende van den woesten MAARTEN VAN ROSSUM, werd afgebrand. BACHIENE, in zijne Geographie der Nederlanden, V. Deel, bl. 775 en 77. bepaalt de ligging op drie en een halfuur van Breda, en stelt het getal der Ingezetenen, in Ao. 1742, in ’t geheel op 104.
Zie ’t Testament van WILLEBRORD, in 't BATAVIA SACRA, I. Deel, bl. 93. J. LE ROIJ Notit. Bredaasch Cronijkje.