een Baronnij en Dorp, rondsom in Koorenlanden gelegen, ten Zuidwesten van Leerdam, en ten Noordoosten van Asperen, omtrent een halfuur van laatstgemelde plaats. Na dat Jan de VIII, van Arkel, zijn kruistogt naar ‘t H.
Land gedaan had, stichtte hij, in ‘t Jaar 1140, dit Ackoij. Voor de Hervorming plagt de Godsdienst hier bediend te worden, door een der Norbertijner Monniken van Marienswaart. Het Kerkje is van eene zeer oude gedaante. De Barronnij behoort aan den tegenwoordigen Erfstadhouder, die ’er een Drossaard, welke ook die van Leerdam is, aanstelt, en tevens Dijkgraaf en Stadhouder van de Leenen is, en een bijzonderen Schout onder zig heeft. Het Dorp Ackoij is, zedert 1585, door de Geboorte van den vermaarden CORNELIUS JANSSENIUS, berucht geworden. Hier van gaat een fraaij gezigt in prent uit.
Kerkl. Oudh. van Utrecht, II. Deel, bl. 663. Staat der Nederlanden, VIl. Deel, bl. 509.