men vindt zijnen naam op ‘t Register der Schepenen der Stad Utrecht, in ‘t jaar 1402, gemeld, en in ‘t daarop volgende Jaar, als een der Hoofdmannen, van de tweede Batailje, die uittrokken tegen den Heer van Arkel, in 1404 en 1406 weder als Schepen, en 1408 als Raad en Hoofdman der Koorenkopers; in 1410 werd hij weder als Schepen aangesteld, en, twee Jaaren daarna als Raad en Burgemeester; doch in de twisten, in 1413 in die Stad ontstaan, is hij, als mededeelgenoot, der Stad uitgezet, welk vonnis 1415 andermaal bekragtigd werd.
Zie ‘t Art. UTRECHT, BURMAN, Utr. Jaarboeken, I Deel.