Punt en stip staan in de spreektaal dikwijls geheel gelijk, het schrijfteeken ter sluiting van den zin wordt steeds punt genoemd. Over het algemeen echter bezigt men stip waar men den eigenlijken zin meer op den voorgrond stelt, dat men nl. met eene stof, die duidelijk zicht¬baar is, een klein rond teeken geplaatst heeft.
In de meetkunde is de punt het einde eener lijn en heeft dus geene plaatselijke uitgebreidheid.