Elke daad, die in strijd is met de wetten, de zeden of gewoonten, ook wanneer zij zonder boos opzet gepleegd wordt, is eene overtreding. Volgens het oude Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) was misdaad eene overtreding die berecht werd door de hoven, strafbaar met lijf of onteerende straf; wandaad of wanbedrijf, die welke door de arrondissementsrecht-banken werd berecht, en welke strafbaar was gesteld met gevangenisstraf of boetstraffen, terwijl eenvoudige overtreding of vergrijp zoodanige over¬treding van politieverordeningen was, waarvan de kantonrechter kennis nam en die enkel met politiestraf bedreigd werd.
Het nieuwe Wetboek van Straf¬recht kent alleen de generieke benaming van misdrijf voor elke overtreding, die bij de wet strafbaar gesteld wordt. In het dagelijksch leven spreekt men van vergrijp en van overtreding om daardoor aan te geven eene schending van de wet of de zeden, ot het te buiten gaan der perken, niet alleen door de strafwet, maar ook door de ongeschreven wetten der samen¬leving gesteld. Vergrijp is meestal sterker dan overtreding.