Definities van Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen in de Ensie D
- Dom — onkundig — onnoozel — onwetend
- Dommelen
- Domoor — botterik — stommerik
- Dompelen — doopen
- Dompig
- Donker
- Dons
- Dood
- Dood — aflijvig — gestorven — levenloos — overleden — ter ziele
- Dood (ter .... brengen)
- Doode — lijk
- Dooden — ombrengen — van het leven berooven — om het leven brengen — doodslaan — vermoorden — verslaan — afmaken — slachten — ontlijven — het leven benemen — om hals brengen — ter dood brengen — doen sneven
- Doodgaan
- Doodsch
- Doodslag
- Doopen
- Doorboren — doorsteken — doorvlijmen
- Doorbrengen — verdoen — verkwisten — verteren — ver¬spillen
- Doordat
- Doordenken
- Doordien
- Doordrijven — doorzetten—aanbinden
- Doordringend — schrander — scherpzinnig — snedig
- Dooreen
- Doorelkander
- Doorgaans — gewoonlijk — meestal
- Doorgronden
- Doorkneed
- Doorkruisen
- Doorschijnend — doorzichtig
- Doorslepen
- Doorstaan — dragen — dulden — lijden — ondergaan — uithouden — uitstaan — verdragen — verduren
- Doorsteken
- Doortrapt
- Doorvlijmen
- Doorwrocht — geleerd
- Doorzetten
- Doorzicht — begrip — bevatting
- Doorzien
- Dooven
- Dop
- Doppen — pellen — schillen — ontbolsteren
- Dor
- Dorschvloer
- Dorst
- Dorsten naar
- Dra
- Draad — samenhang — verband
- Draaien — drillen — keeren — wenden — wentelen
- Drab
- Dragen
- Dragen — etteren — zweren
- Dragen — torsen
- Dralen — talmen
- Drama — treurspel
- Drangreden
- Drek — mest — aalt — beer — gier
- Drenkplaats — wed
- Dreunen
- Driest
- Driestal
- Drift
- Drift , zie hartstocht
- Driftig
- Drijfveer
- Drijven
- Drijven — jagen. door aanzetten in beweging brengen. jagen ziet op eene snelle beweging. men drijft vee naar de markt, maar jaagt kippen uit den tuin
- Drillen
- Dringen
- Dringen — drukken — duwen — stooten
- Drinker — dronkaard — zuiper
- Drinkgeld — fooi — verval
- Droesem
- Droevig
- Dronk — slok — teug
- Dronkaard
- Dronken
- Droomen
- Droomerig — slaperig — sufferig
- Druipen — druppelen — druppen — droppen
- Druk — benauwdheid — ellende — nood — rampspoed — tegenspoed — ongeluk
- Druk — oplaag — uitgave
- Drukken
- Druppelen
- Druppen
- Dubbelzinnig — twijfelachtig
- Duchten — vreezen
- Duf — bedompt — dompig — muf — vochtig
- Duidelijk
- Duikelen
- Duin
- Duister — donker — somber
- Duister — geheimzinnig — onduidelijk — raadselachtig — verborgen — verholen
- Duisterheid — duisternis
- Duizelig
- Dulden
- Dun — mager — rank — schraal — slank — tenger
- Dun — vloeibaar
- Dunken — lijken — schijnen — toeschynen — voorkomen
- Duren