Hesychasme (gr. stilte, leven in eenzaamheid) is een diepzinnige, bijzondere ascetisch-mystieke beweging die op de berg Athos is ontstaan en zich van daaruit verspreidde onder Griekse en Russische monniken.
Het hesychasme bloeit in de periode die ook wel de ‘late Paleologentijd’ wordt genoemd; het tijdperk van de Paleologische renaissance was voorgoed voorbij. Monniken wijdden zich aan de absolute stilte om de onrust van de tijd te ontvluchten. Het ging om een gebedstechniek waardoor men het goddelijk licht in zichzelf kon waarnemen en innerlijke en uiterlijke rust kon verkrijgen. In eenzame afzondering moest de hesychast – in neergehurkte houding met zijn kin op zijn borst gesteund en zijn blik op zijn navel gericht - het gebed tot Jezus opzeggen: ‘Heer Jezus Christus, zoon van God, wees mij genadig!’, waarbij hij elke keer zijn adem moest inhouden totdat hij zijn gebed had uitgesproken. Zo maakte zich langzamerhand een gevoel van onuitsprekelijke gelukzaligheid meester van de biddende monnik; hij zag zich omringd door de stralen van een goddelijk, bovenaards licht, het ongeschapen licht dat de getuigen van de metamorfose van Jezus op de berg Thabor hadden aanschouwd (dit ‘navelstaren’ was onderwerp van spot voor tijdgenoten van de hesychasten). Het hesychasme wordt ook wel het ‘Palamisme’ genoemd, naar de aartsbisschop Gregorius van Palamas van Thessaloniki (zie aldaar). Het hesychasme richt zich vooral op kwesties van het geloof, het gebed, de communie met God en het innerlijk leven van de mens. De icoonkunst verandert onder invloed van deze stroming: iconen worden monumentale werken bestemd voor kerken, met levensgroot afgebeelde figuren. De icoon wordt het belangrijkste voorwerp bij de cultus, bedoeld voor het gebed en ontdaan van alle literaire en illustratieve elementen. De icoon moet uitdrukking geven aan het wezen van de leer van de kennis van God, van de goddelijke energie waaraan ieder men deel kan hebben. De klassieke invloed blijf bestaan, maar de nadruk ligt op geestelijke concentratie. Iconen uit deze periode stralen letterlijk, ze baden in een goddelijk licht. Het is de goddelijke energie die, naar de leer van Gregorius Palamas, zich losmaakt van de niet tastbare goddelijke essentie. Vooral op Russische iconen van de ‘Verheerlijking van Christus’ is het verblindende effect van het ‘ongeschapen licht’ dat Christus uitstraalt te zien.