Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Frederik

betekenis & definitie

naam v. zeer veel vorsten, waarvan de voornaamste:

1) in Duitschl.:
F. I Barbarossa (1121 /’90), 5 veldtochten tegen den paus verdronk op zijn 3en Kruistocht;
F. III (1831/’88), slagen hij Königgratz (1866) en Worth (1870), geh. met Victoria, prinses v. Engeland;
2) v. Brandenburg:
F. Wilhelm (1771/ 1815), sneuvelde hij Quatre-Bras;
3) v. Denemarken:
F. VI (1768/1839), verloor Noorwegen in 1814;
F. VII (1808/’63), onderwierp 1848 Sleeswijk-Holstein;
4) v. Oostenr.:

aartshertog F. was v. 1914/’17 opperbevelh. v/h Oostenr. leger;

5) v/d Palts:
F. III de Vrome (1515/’76), ontwierp Heidelbergschen Catechismus;
6) v. Pruisen:
F. II, de Groote (1712/’86), muzikaal, fluitspeler; verlicht despoot, verdraagzaam, bevorderde handel, industrie, kunst;
F. Wilhelm III (1770/ 1840),vrijheidsoorlogen (1813/’15), vroom;
F. Wilhelm IV (1795/1861), romanticus, mystiek, revolutie ’48, weigerde 1849 Duitsche keizerskroon;
7) in Saksen:
F. III de Wijze (1463/1525), beschermer v. Luther;
8) in Nederland:

Prins F. (1797/1811), zoon v. koning Willem I, streed tegen Napoleon I en in België; voorz. → Mij. v. Weldadigheid, grootmeester der Vrijmetselaars.

< >