republiek in MiddenEuropa, 468 705 km*, i/h Z. begrensd door → Rijn, → Alpen en → Inn, i/b N. door Noord- en Oostzee. Het geheele N. wordt ingenomen d/d Noord-Duitsche laagvlakte, doorstroomd door → Eems, → Elbe, → Oder en → Wezer met hun zijrivieren.
Naar het Z. steeds hoogere geb.: Duitsche Middelgebergten (hoogste top Schneekoppe, 1600 m), Zwabische en Beiersche Hoogvlakte en ten slotte de Alpen (hoogste top Zugspitze, 3000 m). Meest bevaren rivier is de → Rijn met grootste binnenhaven → Duisburg-Ruhrort.Grootendeels bezit D. een vastelandsklimaat, i/b N. meer zeeklimaat. 27% is met wouden bedekt; i/b N. uitgestrekte heidevlakten (Lüneburger heide) Het bergland is rijk aan wilde dieren (herten, zwijnen, vossen). — 63,2 mill. inw., vrijwel uitsluitend Duitschers. ⅔ Protest., ⅓ R.K.
Industrie is de voorn, bron v. bestaan. In het O. (Rijnland) uitgestrekte steenkolen-, bruinkolen- en ijzergebieden; verder MiddelDuitsche, Opper-Sileziscbe industriegeb. (chemie, electro-techniek, textiel, speelgoederen, hout, glas). De overzeesche handel liep sterk terug d/h verlies der kolonien n/d Wereldoorlog.
Op wetenschappelijk gebied staat D. vooraan: 23 universiteiten, 1600 gymnasia en middelh. scholen.
D. is voortgekomen u/h IVrankische Rijk na verdeeling v/h rijk v. Karel den Groote (843), 919 zijn de Karolingers d/d Saksers, dezen 1024 d/h Frankische Huis en dit 1138 door de Hohenstaufen opgevolgd. Hierna volgde een tijd v. verdeeldheid en plaatselijke vorsten tot 1437 de Habsburgers den 'troon herwonnen. Na den 30-jarigen oorlog (1618/’48) veranderde D. i/e Statenbond. D. kwam 1824 als vrij, maar niet vereenigd land u/d Coalitie-oorlogen nadat 1806 de laatste Habsburger (Frans I) door afstand was verdwenen. 1866 werd Oostenrijk v. D. gescheiden
1871 kreeg het Elzas-Lotharingen terug en werd keizer Wilhelm I v. Hohenzollern keizer v/h door Bismarck vereenigde rijk. Na den Wereldoorlog (1918) e/d vlucht v. Wilhelm II werd D. bondsrepubliek (1e pres. F. Ebert, sinds 1925 maarschalk v. Hindenburg). Bij de grondwetsherziening v. 3 Maart 1933 is de zelfstandigheid der oorspr. bondsstaten opgeheven door Rijkskanselier A. Hitler en zijn de presidenten vervangen door stadhouders der rijksdeelen. Deze rijksdeelen zijn:
Pruisen (292 695 km2, 38 175 989 mw.)
Beieren (76 996 km2, 7 477 594 inw,)
Saksen (14 986 km2, 4 994 281 inw.)
Württemberg (19 508 km*, 2 580 235 inw.)
Baden (15 070 km2, 2 312 462 inw.)
Thüringen (11 766 km2, 1 607 339 inw.)
Hessen (7692 km2, 1 347 279 inw.)
MecklenburgSchwerin (13 127 km3, 674 045 inw.)
Mecklenburg-Strelitz (2930 km2, 110 269 inw.)
Oldenburg (6424 km2, 545 172 inw.)
Brunswijk (3672 km2, 501 875 inw.)
Anhalt (2314 km2, 351 045 inw.)
Lippe (1215 km2, 163 648 inw.)
SchaumburgLippe 340 km2, 48 046 inw.)
Lubeck (298 km2, 127 971 inw.)
Bremen (257 km2, 338 846 inw.)
Hamburg (415 km2, 1 152 523 inw.)
Voornaamste steden de hoofdstad → Berlijn; → Hamburg, → Keulen, → München, → Leipzig, → Dresden, → Bres!au, → Essen, → Frankfurt a/M.