door 3 rechte lijnen ingesloten figuur i/d meetkunde. Men onderscheidt gelijkbeenige (2 gelijke zijden), gelijkzijdige (3 gelijke zijden), rechthoekige (1 hoek v. 90°). stomphoekige (1 hoek grooter dan 90°) en seterphoekige (alle hoeken kleiner dan 90°).
Oppervlakte v/e driehoek = basis x •/« hoogte.