Nederland (munt) - sedert 1875 hinkende standaard, munteenheid 1 gulden a 100 cent.
Gouden standpenningen, tienguldenstuk en vijf-guldenstuk. Vrije aanmunting van zilveren munt verboden. Zilveren munten van f 2.50; f 1.— ; f 0.50; f 0.25 en f 0.10. Nikkelen munt van 5 cts. andere pasmunt van brons.
Gehalte gouden munt 0.9; zilveren teekenmunt 0.945. Gewicht goudentientje 6.72 G., zilveren gulden 10 G. Wettig betaalmiddel zijn: gouden munt, zilveren munt van f 2.50, f 1.— en f 0.50 en het papiergeld.