Een jong visje kan onmiddellijk na zijn geboorte zwemmen, ook al heeft het van niemand les gehad. Hetzelfde is het geval met jonge eenden, met babywalvissen en met talrijke andere pasgeboren dieren.
Voor hen is zwemmen een kunst, die ze bij hun geboorte hebben meegekregen.De mens is niet zo gelukkig. Hij heeft geen vinnen, geen zwemvliezen en geen zwempoten en als hij wil zwemmen, zal hij zich die kunst eerst meester moeten maken. Een van de eerste vereisten voor iemand, die wil leren zwemmen, is de natuurlijke vrees voor het water kwijt te raken. Daarvoor kan het dienstig zijn te weten dat ons lichaam licht genoeg is om te drijven mits onze longen gevuld zijn met lucht. Met enige oefening kan iedereen leren drijven. En wie dat eenmaal kan, heeft zijn angst voor het water al grotendeels verloren.
Een andere, belangrijke stap is het leren ademhalen op een speciale manier. Een goed zwemmer ademt in door de mond en ademt uit door de neus. Dat inademen moet natuurlijk boven water gebeuren; het uitademen daarentegen kan ook onder het wateroppervlak geschieden. Wie in staat is op deze wijze adem te halen, hoeft niet bang te zijn, dat hij water in zijn longen krijgt.
Tijdens het zwemmen moeten we onze armen en benen op een dusdanige wijze bewegen, dat we door die beweging ons lichaam voorwaarts stuwen. Er zijn verschillende methoden om dat resultaat te bereiken. Tot de bekendste zwemslagen behoren de rugslag, de schoolslag, de vlinderslag en de borstcrawl. Het grondprincipe van deze slagen is afgebeeld op de tekeningen bij dit artikel.
Als sport heeft het zwemmen een plaats gekregen op de Olympische Spelen. In deze Olympische wedstrijden strijden zwemmers en zwemsters uit alle delen van de wereld om de Olympische medailles en verscheidene van die medailles zijn in de voorbije jaren gewonnen door zwemmers en zwemsters uit Nederland.
Sommige zwemmers hebben zich gespecialiseerd op lange-afstandraces. Een van de bekendste prestaties op dit gebied is het oversteken van Het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland. De zee heeft hier een breedte van ruim 32 km. In de voorbije halve eeuw zijn al meer dan 70 zwemmers en zwemsters erin geslaagd deze forse oversteek te maken. Een van de eersten was Matthew Webb, een Brit die er 21 uur en 45 minuten over deed. Tegenwoordig wordt Het Kanaal echter al overgestoken in minder dan 14 uur.
Dat wil zeggen: van Engeland uit. Zwemmers, die in Frankrijk starten, worden onderweg geholpen door veel gunstiger zeestromen en doen de oversteek in ruim 10 uur.