Het metaal tin is al eeuwenlang door de mens gebruikt. Bijna 3600 jaar geleden overbrugden Foenicische zeilschepen de lange afstand tussen hun thuishaven in het oostelijke gedeelte van de Middellandse Zee en de Britse eilanden in de Atlantische Oceaan om er tin te halen.
Maar ook vóór die tijd was tin al een veel toegepast metaal.Minstens 5000 jaar geleden, zo weten we nu, maakten onze verre voorouders al bronzen wapens en werktuigen. En brons is een mengsel van koper en tin!
Tin wordt niet vrij in de natuur aangetroffen. Het moet gewonnen worden uit tinertsen. Het meest voorkomende tinerts is het zg. tinsteen. Brokken ervan worden in sommige delen van de wereld gevonden tussen de kiezels van de rivierbodem. Ook wordt het in bepaalde gesteenten aangetroffen in zg. aders.
Tin is een zacht metaal, dat niet roest. Om die laatste eigenschap wordt het wel eens gebruikt om ijzer van een roestwerend laagje te voorzien.
Bekende tinproducerende landen zijn Bolivia, Maleisië, Indonesië, Kongo, Thailand en Nigeria. Bijna de helft van de wereldtinproduktie wordt gebruikt voor het ‘vertinnen’ van conservenblikken. Deze blikken zijn gemaakt van ijzer. Om te voorkomen, dat ze roesten, worden ze voorzien van een laagje tin. Zuiver tinnen blikken kunnen niet gebruikt worden, omdat het metaal te zacht is. Dat wordt duidelijk als men weet, dat de tubes van tandpasta, scheercrème en schoonheidsmiddelen bijna altijd gemaakt zijn van zuiver tin.
Het metaal is zó zacht, dat de inhoud van de tube zonder moeite naar buiten gedrukt kan worden. Vroeger werd ook ‘zilverpapier’ vaak van tin gemaakt. Omdat tin echter nogal kostbaar is, is deze ‘tinfolie’ vervangen door aluminiumfolie.
Brons is niet de enige metaallegering, waarin tin is verwerkt. ‘Soldeertin’ bijvoorbeeld is een mengsel van lood en metaal. Het heeft een laag smeltpunt en wordt gebruikt om metalen delen aan elkaar vast te maken.