Een supermarkt (in Nederland ook wel ‘supermart’ genoemd) is van oorsprong een levensmiddelenzaak waarin op zijn minst kruidenierswaren, vers vlees, groenten en fruit worden verkocht. De afdeling kruidenierswaren van een supermarkt is altijd zo ingericht, dat de klanten zelf de goederen kunnen pakken en verzamelen.
De grote supermarkts hebben tegenwoordig echter ook afdelingen, waarin uiteenlopende artikelen verkocht worden als brood en banket, textiel, huishoudelijke artikelen, bollen en zaden, tuingereedschappen, boeken en tijdschriften, drogisterij-artikelen, rookwaren, delicatessen, dierenvoeding, wijnen en andere dranken. Zelfs is het in sommige supermarkts tegenwoordig mogelijk kleding chemisch te laten reinigen en schoenen te laten repareren. De laatste ontwikkeling op dit gebied is, dat in de supermarkt een afdeling te vinden is, waar de klant zelf de was kan doen!
De eerste supermarkts ontstonden in de jaren dertig in de Verenigde Staten. In Nederland verscheen de eerste supermarkt pas na de Tweede Wereldoorlog. In ons land worden ze geëxploiteerd door grote bedrijven, die in de volksmond wel eens ‘superkruideniers’ worden genoemd.