Oorspronkelijk was de ‘rodeo’ het bijeenbrengen van het vee op een Amerikaanse ranch. In die dagen zwierf het vee in vrijheid rond op de uitgestrekte prairies.
Eens per jaar werden de dieren echter door de cowboys bijeengedreven. De pasgeboren kalveren werden gebrandmerkt met het merkteken van de verschillende ranches en elke veehouder was in staat tijdens de rodeo uit te maken hoeveel dieren hij bezat.De rodeo was in die dagen een bijzondere belevenis in het eentonige leven op de prairie. Bij gelegenheid ervan werden er dan ook allerlei wedstrijden gehouden: lassowerpen, het berijden van wilde paarden, het rijden zonder zadel en stijgbeugels, enz. Ook deze verzameling wedstrijden kreeg de naam rodeo; een Spaans woord, dat ‘ronddraaien’ betekende.
Later toen de weidegronden van de ranches omheind werden en het jaarlijks verzamelen van de dieren niet meer nodig was, bleven de cowboys wedstrijden houden. Die wedstrijden bleken ook voor buitenstaanders interessant te zijn en na verloop van tijd werden er cowboygroepen gevormd, die met hun ‘show’ van stad naar stad trokken om ‘rodeo’s’ te houden.
Tegenwoordig is de rodeo aan allerlei regels onderworpen en bestaat hij uit allerlei onderdelen. De belangrijkste ervan zijn het overmeesteren van een wild dier met de lasso; het rijden op een stier en het temmen van een wilde hengst. De deelnemers betalen een bepaald inschrijvingsgeld, waaruit de winnaars hun prijzen krijgen.
In de rodeo herleeft tegenwoordig de romantische en avontuurlijke tijd van het Wilde Westen van weleer.