Met een ‘stok’ of stel speelkaarten is het mogelijk honderden verschillende kaartspelletjes te doen. Eén zo’n stok bestaat gewoonlijk uit 32 of 52 kaarten en een of twee jokers.
Speelkaarten stammen waarschijnlijk uit Arabië. Naar alle waarschijnlijkheid zijn ze naar Europa gebracht door de Moren, die in de 8e eeuw een groot gedeelte van Spanje veroverden, of door de Kruisvaarders toen die terugkeerden van hun strijd om het Heilige Land. Zeker is in elk geval, dat ze in 1279 al in gebruik waren in Italië en zich van dat land uit snel over de rest van Europa verspreidden. In de loop der tijden hebben speelkaarten telkens een ander uiterlijk gekregen. Er zijn vierkante geweest; heel smalle en zelfs ronde kaarten en aanvankelijk waren ook de symbolen heel anders dan nu. Harten, ruiten, klaveren en schoppen zijn tekens, die in Frankrijk werden uitgevonden.
Vroege Duitse kaarten droegen inplaats van deze tekens eikels, klokken, harten en blaadjes; in Spanje speelden de eerste kaarters met zwaarden, stokken, schoppen en geldstukken. Ook kondigen, vrouwen en boeren hebben wel eens ontbroken. In sommige vroegere kaartspelen was de vrouw vervangen door een tweede boer; in andere bevond zich een extra kaart om de ... . toekomst te voorspellen. Speelkaarten zijn geruime tijd met de hand gemaakt en vormden dan kleine kunstwerkjes, die duur betaald werden. De Franse kondig Karel VI betaalde eens een fortuin voor ‘drie kaartspelen van goud met verscheidene kleuren en motieven’.
Tegenwoordig worden speelkaarten natuurlijk machinaal vervaardigd. De afbeeldingen worden gedrukt op stevig papier of (bij duurdere kaarten) op echt linnen. Dit laatste heeft natuurlijk het voordeel minder snel te slijten. Van de vele tientallen kaartspelen, die ook in Nederland door jong en oud beoefend worden, noemen we bridge, jokeren, rikken, hartenjagen, tachtigen, pesten, toepen, eenentwintigen en klaverjassen.
Bij sommige van deze kaartspelen wordt gebruik gemaakt van de gehele stok (of zelfs van twee stokken: jokeren bv.); soms van een gedeelte van het totale aantal kaarten. Een stok kaarten bestaat uit 13 schoppen, 13 klaveren, 13 ruiten en 13 harten. Het laagste getal in die reeksen is 2; het hoogste 10. Na de 10 volgen nog de boer, de vrouw, de koning en de aas.