De bowlingsport, die na de oorlog in Nederland snel populair geworden is, heeft een merkwaardige weg afgelegd voor ze de harten van veel Nederlanders veroverde. Zoals we de sport tegenwoordig kennen is ze afkomstig uit de Verenigde Staten - maar daar werd ze lang geleden ingevoerd door....
Nederlandse kolonisten. Die noemden hun spel ‘skittles’; het was het vaderlandse kegelspel, waarbij het erop aan kwam met een of meer houten ballen negen kegels omver te werpen. De Amerikaanse autoriteiten vonden, dat de bevolking teveel kostbare tijd verspilde met kegelen en ze verboden ‘het spelen met negen kegels’. De skittlelieflhebbers waren echter slimmer: ze kegelden lustig verder maar gebruikten voortaan inplaats van negen...tien kegels!Het tegenwoordige bowling wordt nog steeds met tien kegels gespeeld. Deze worden opgesteld aan het einde van een lange baan en de bowler moet proberen ze met twee of nóg liever met een bal omver te gooien. De wedstrijd bestaat uit tien worpen met twee ballen; de hoogst denkbare score is 300. Om die score te bereiken moet de speler in elke worp alle tien kegels met één bal omverwerpen.