De gebouwen op de tekening hieronder zijn opgetrokken uit verschillende bouwmaterialen. Het nog niet voltooide zomerhuis is gemaakt van hout; het indianenhuis (Midden-Amerika) bestaat uit ‘adobe’, stenen van leem, die in de zon gedroogd zijn; de buitenste muren van het hotel bestaan uit baksteen; het kleine hutje bovenaan is gebouwd uit natuursteen en het dak van de hut is gemaakt van riet.
In sommige delen van de wereld worden bijna geen bouwmaterialen gevonden. Een Eskimo bv. heeft in het gunstigste geval alleen maar de beschikking over sneeuw, drijfhout, walrusvel en beenderen. In landen als Nederland daarentegen kan een architekt uit vele materialen kiezen en gewoonlijk gebruikt hij voor elk onderdeel van een gebouw dan ook een andere grondstof.
Natuursteen is een natuurlijk bouwmateriaal; het hoeft alleen maar in vorm gehakt te worden om bruikbaar te zijn. Er zijn allerlei soorten natuursteen: zandsteen, marmer, graniet, leisteen, kalksteen en tufsteen zijn enkele van de meest gebruikte. Hoewel deze steensoorten in Nederland bijna niet voorkomen worden ze ook in Nederlandse huizen vaak gebruikt. Het materiaal wordt speciaal voor dat doel ingevoerd uit landen als Duitsland, Frankrijk en Zwitserland.
Hout is een ander, natuurlijk bouwmateriaal. Huizen worden er in ons land niet zo veel van gebouwd maar onderdelen van huizen zijn ook in Nederland heel vaak van hout. Andere, natuurlijke bouwstoffen zijn (om enkele voorbeelden te noemen) gras, palmbladeren, sneeuw, leem en bamboe.
In veel moderne landen worden bouwmaterialen echter door de mens gemaakt; ze komen niet in de natuur voor maar ze moesten uitgevonden worden. Zulke kunstmatige materialen zijn bv. baksteen, glas, beton, hardboard, cement, plastic en allerlei kunstvezelstoffen. Ook ijzer, staal en aluminium (tegenwoordig vaak toegepast) behoren tot de kategorie van kunstmatige bouwmaterialen. Veel van deze materialen zijn op een zodanige manier in een gebouw verwerkt, dat we ze aan de buitenzijde niet kunnen ontdekken. Het staal in gewapend beton, de glaswol tussen de muren... geen mens zal ze kunnen ontdekken als het gebouw eenmaal voltooid is. Het kiezen van bouwmaterialen voor een bepaald bouwwerk is geen gemakkelijke taak.
Een architekt moet alles over de verschillende materialen weten voor hij vragen kan beantwoorden als: hoe zal een gebouw er uit zien als ik dit materiaal gebruik; hoe duur zal het worden; hoe groot is de levensduur; is het materiaal brandbaar of niet; wat zullen de onderhoudskosten zijn? Die vragen gelden niet alleen voor de huizen, de hotels en de scholen, die we bouwen. Ze moeten evengoed beantwoord worden voor de tientallen andere dingen, die in onze tijd uit bouwmaterialen worden opgetrokken; voor bruggen en tunnels bijvoorbeeld; voor wegen, stuwdammen, pieren, dijken en sluizen evengoed als voor viaducten, pleinen, silo’s en zwembaden.